Het is 2008, er staat een camera voor mijn neus. Er wordt de vraag gesteld: Leen, wat is jouw noodzaak om theater te maken?
‘Ik wil snappen waarom de mens doet wat hij doet, de onoverkomelijkheid van ons menselijk gedrag. We zijn zo bepaald door onze geschiedenis, maatschappelijke concepten, invloeden, structuren. We kunnen wel weten wat niet goed voor ons is, maar daarom verander je je handelen niet onmiddellijk. Het is misschien naïef, maar ik wil dat snappen. Zodat een publiek misschien inzicht krijgt waarom een ander soms onbegrijpelijke handelingen of gedrag stelt.’
Ik ben ondertussen 15 jaar ouder, met 15 jaar meer ervaring. Maar mijn motivatie voor mijn vak is niet fundamenteel gewijzigd.